Ooit vierden de eerste gemeenten,
naast de andere Joodse feesten uit Leviticus 23, Pesach. Jezus vierde tenslotte
ook Pesach samen met zijn discipelen.
Al vrij snel na de verwoesting van de Tempel
in 70 n.C. verschoof het christelijk-religieuze centrum naar Rome. Israël,
Jeruzalem was verwoest. Keizer Constantijn regeerde aan het begin van de derde
eeuw en wordt algemeen gezien als de grondlegger van de Kerk. Omdat deze keizer
een groot rijk te besturen had en hij ieder toch tevreden wilde stellen
vermengde hij de verschillende godsdiensten met elkaar.
Zo werd door hem ingesteld dat de geboortedag
van Jezus samen moest vallen met de viering van de geboortedag van de god van
het Romeinse rijk: de onoverwinnelijke zonnegod Sol Invictus op 25 december.
Een van de uitspraken die aan Constantijn
wordt toegedicht is: “Want het zou buiten elke maatstaf ongepast zijn als
wij op het heiligste van alle feesten de gewoonten van de Joden zouden volgen.
Laten wij daarom niets gemeen hebben met dat afschuwelijke volk”
Zo werd
Pasen losgekoppeld van Pesach en werd het Paasfeest van af toen gevierd op de feestdag van Astarte (Ishtar,...Easter...), godin van de hemel en vruchtbaarheid.
"Is dat relevant
voor ons als Christenen?" vraagt u zich misschien af. Wat moeten wij hiermee ?
In de
eerste plaats geeft de uitspraak van keizer Constantijn een glimp weer van het
ongekende anti-Joodse sentiment dat aanwezig was in / veroorzaakt werd door de Kerk.
Een ander
belangrijk punt is de constatering dat de Kerk al meer dan 1.700 jaar vervreemd
is van zijn oudste Broeder, Israël, en niet samen met zijn oudste broeder Gods Feesten
viert. Leviticus 23 is volstrekt helder: God zegt in Lev 23:2 “Dit zijn mijn feesttijden”, die Hij instelt
als een “altoosdurende instelling”.
Het is
bijzonder indrukwekkend te ontdekken hoe het lijdensverhaal van Jezus exact
overeenkomt met de rituelen rond Pesach, hoe Pesach zijn werkelijkheid krijgt
in wat Christenen Pasen noemen.
Zo was het
Lam dat geofferd werd voor de natie door de hogepriester op het Tempelplein
afkomstig uit Bethanië. Ook Jezus kwam Jeruzalem binnen vanuit Bethanië, op een
ezel, vier dagen voordat Hij gekruisigd werd. Het Lam der natie moest vier
dagen lang onderzocht worden op gebreken, omdat alleen een gaaf lam volgens de
voorschriften geofferd mocht worden. Ook
Jezus werd vier dagen lang op verschillende wijze “onderzocht” door Farizeeën
en Sadduceeën, door Annas en Kajafas en Herodes en Pilatus, die uiteindelijk
zijn handen wast in onschuld omdat hij geen overtredingen kon constateren.
Na vier
dagen moest het Lam der natie gebonden worden op het 3de uur na zonsopgang: Jezus werd gekruisigd op dat zelfde uur. Op het 9e uur slachtte de hogepriester het Lam voor de natie : op het zelfde uur legde Jezus zijn leven af. Dit zijn
slechts enkele voorbeelden hoe exact Jezus werkelijkheid gaf aan de schaduw die
Pesach in zich droeg.
Het is zeer
bijzonder te ontdekken hoe ongelooflijk precies God zijn plan en zijn
vastgestelde tijden heeft opgesloten in Zijn feesten. Het Hebreeuwse woord voor
samenkomst, dat gebruikt wordt in Lev 23:2 is Mikra. Een van de betekenissen
van dit woord is repetitie. Het is dus niet vreemd te constateren dat wij, in
de wetenschap dat God zijn plan en vastgestelde tijden besloten heeft in zijn
Feesten, opgeroepen worden Zijn feesten te repeteren totdat zij van hun
werkelijkheid worden voorzien in Jezus Christus. Dit geldt voor de 7 hoofdfeesten (Pesach, Het feest der Ongezuurde broden, het Eerstelingfeest, het Wekenfeest, het Bazuinenfeest, Yom Kippoer en het Loofhuttenfeest) en de Sabbat. De
eerste vier feesten hebben reeds hun eerste exacte invulling gekregen door / in het
lijden en de opstanding van Jezus Christus en de uitstoring van de Heilige Geest.
Als we de
diepe profetische betekenissen ook van de laatste drie feesten gaan onderzoeken
zullen we ontdekken dat zij hun werkelijkheid, hun invulling nog gaan krijgen in Jezus
Christus bij zijn wederkomst.
Daarom
zullen we terug moeten naar onze Joodse wortels om samen met onze oudste broeder de enorme rijkdom te vieren van de diepe betekenis van Gods feesten en zo Gods
plan en vastgestelde tijden te mogen ontdekken. Om via Zijn feesten , via
Jezus, dichter bij God te mogen komen.