woensdag 29 augustus 2012

Arabisch/Islamitische cultuur een tikkende tijdbom ?


Onder de oppervlakte van de Nederlandse multiculturele samenleving tikt een tijdbom.
Deze tijdbom is de Arabisch-Islamitische cultuur, die in toenemende mate de overhand krijgt in Nederland en Europa.

Tot deze verontrustende conclusie kom ik op basis van mijn ervaringen tijdens mijn werkzaamheden als remedial teacher in het basisonderwijs. De uitzichtloze situatie waarin veel allochtone inwoners met een Arabisch-Islamitische achtergrond in Nederland zich zelf brengen, is een tweede verontrustende conclusie die getrokken kan worden.

De ervaringen zijn opgedaan op een Protestants Christelijke school. Deze school kent qua leerlingen vele nationaliteiten. De kinderen zijn afkomstig uit 15 verschillende landen, waarvan de helft een Arabisch-islamitische achtergrond heeft. Deze kinderen komen uit landen zoals Iran, Irak, Pakistan, Turkije, Algerije, Indonesië, Marokko en Afghanistan.
De andere helft komt uit Europese landen zoals Polen, Frankrijk, Spanje, Portugal, Duitsland, Rusland en Nederland. 

De verschillen met betrekking tot hun houding, inzet en betrokkenheid bij school zijn groot tussen deze twee groepen leerlingen en hun ouders.

Gezien de demografische ontwikkelingen, waarbij een verdere toename verwacht wordt van Arabische-islamitische allochtonen in Europa en dus ook Nederland, moeten we ons ernstig zorgen maken over deze verschillen.

Eerst enkele voorbeelden van ervaringen die ik met allochtone kinderen met een Arabisch/Islamitische achtergrond heb opgedaan in het onderwijs: 

1. Na een compliment aan een Algerijnse jongen van 6, “zo dat ging goed vriend”, werd mij door hem  te verstaan gegeven dat ik niet zijn vriend was, omdat ik wit ben en dus Amerikaan !

2. Een Algerijns meisje van 8 vertelde mij dat zij alle Fransen haatte, omdat die hun land hebben afgepakt.

3. Een Pakistaans meisje gaf te verstaan dat alle Indiërs de Pakistanen dood wilden hebben, dus zij haatte mensen uit India.

4. Een jongen van 8 uit Iran gaf mij te kennen Soennieten te haten, omdat zij alle Imams van de Sjiieten gedood hebben.

5. Een jongen uit Marokko hoeft van zijn ouders niet te luisteren naar vrouwen.

6. Een andere Marokkaanse jongen hoeft niet zoals alle andere klasgenoten eens in de zoveel tijd het bord schoon te maken en een bezem door de klas te halen. Zijn moeder vindt dat niets voor jongens, dus doet zij het voor haar zoon.

7. Een Algerijnse jongen van 7 vertelde mij dat hij samen met zijn moeder een film over  “de Jodenmens” had gezien,die ,binnenkomend in het huis van een arme Palestijnse man met een glas water in zijn hand, dit glas uit handen van de Palestijn had genomen, een slok nam en vervolgens de rest over de grond uitgooide en zonder wat te zeggen weer het huis uit liep.
(Dit lijkt verdacht veel op anti-Joodse Nazi stemmingmakerij. Puur antisemitisme, dat kleine kinderen met de paplepel wordt ingegoten.)

8. Een Turkse moeder heeft gewezen op de grote problemen in haar familie als haar zoon weer blijft zitten. Hierdoor wordt de familie ten schande gemaakt.  Of de school daar rekening mee kon houden.

9. Een andere uitspraak betreft die van een jongetje van 7 die vertelde dat het hem toch niets uitmaakt wat mensen van hem vinden, omdat zij, de Islamieten, toch binnenkort de baas zullen zijn in Nederland.

Navraag op andere scholen heeft uitgewezen dat bovenstaande voorbeelden geen uitzondering zijn.

Dit alles creëert een beeld van een cultuur en opvoeding van haat en onverdraagzaamheid t.o.v. anderen waar de meeste Arabisch-Islamitische kinderen van kinds af aan in opgroeien.

Dit verklaart mogelijk ook de zeer geringe betrokkenheid van veruit de meeste allochtone ouders met een Arabisch-islamitische achtergrond. Op ouderavonden komen de meeste niet en op verzoeken aan ouders voor ondersteuning van allerlei activiteiten komt haast geen reactie vanuit deze hoek. De meeste ouders reageren ook niet op dringende verzoeken om thuis vooral Nederlands te praten met hun kinderen, zodat de taalachterstand beperkt of verminderd wordt. Voor het slagen in deze maatschappij is beheersing van de Nederlandse taal essentieel.


Onderwijs.
Taalachterstand is een groot probleem, zeker in relatie tot de huidige onderwijsmethodieken.
Het realistisch rekenen van tegenwoordig, (in tegenstelling tot het mechanisch rekenen van weleer), waarin rekensommen verwerkt worden in een stuk tekst dat een praktijksituatie beschrijft, vereist een goede beheersing van de Nederlandse taal. Met een gebrekkige woordenschat en taalbeheersing zijn  het, naast zwakke autochtone leerlingen, vooral de allochtone kinderen die de grootste achterstand oplopen.

Het is juist de onderwijsmethodiek in combinatie met de grote achterstand in taal die zorgt dat allochtone kinderen van Arabische-islamitische komaf niet kunnen meekomen in het basisonderwijs. Uiteraard zijn er uitzonderingen, echter de ervaring leert dat het succes van deze kinderen mede wordt bepaald door ouders die wel betrokkenheid bij hun kind en school tonen en thuis zorgen voor een leeromgeving waarin de Nederlandse taal centraal staat.

Zowel door de cultuur waaruit / waarin deze kinderen opgroeien en hun opvoeding,  waarin sterke elementen zitten van haat, onverdraagzaamheid  t.o.v. andersdenkende en een sterke focus op hun Arabisch-islamitische achtergrond,  maar ook door alle problemen die ze ondervinden in het onderwijs, ontstaat een grote groep die laag is opgeleid, erg hangt aan hun Arabisch-islamitische cultuur en onverdraagzaam staat tegenover het Westen en Israël.

Het is niet een “ver van mijn bed show”, het zijn niet  “die moslims uit de landen in het midden-Oosten”, het is een groot gedeelte van de Arabisch/Islamitische gemeenschap in de Westerse wereld die een tikkende tijdbom vormt binnen onze samenleving.

Door het niet integreren, het niet in voldoende mate de taal spreken, het afzetten tegen de in hun ogen verdorven Westerse wereld (maar wel gebruik maken van alle vrijheden en voordelen die deze Westerse wereld hen bied), het handelen vanuit een superioriteitsgedachte t.o.v. Joden, Christenen, anders gelovigen en ongelovigen, ontstaat voor deze groep mensen een uitzichtloze maatschappelijk situatie. Vanuit deze situatie wordt het afzetten tegen de omgeving waarin zich men bevindt alleen maar versterkt.

Demografische ontwikkelingen.

De demografische ontwikkelingen in Europa geven voldoende aanleiding tot zorg over de toekomst van Nederland en Europa.
De autochtone bevolking in Europa vergrijst, het geboortecijfer is bijna historisch laag, gemiddeld 1,38.
Toch stijgt het aantal inwoners in Europa door immigratie, die voor ongeveer 90% bestaat uit Moslims. De moslimbevolking kent een veel hoger gemiddeld geboortecijfer.
Als gevolg van dit feit zal over ongeveer 15 jaar de helft van de Nederlands bevolking uit Moslims bestaan. De Duitse regering verwacht in 2050 een Moslimstaat te zijn en over twintig jaar zal Europa gegroeid zijn van 52 naar 105 miljoen inwoners die de Islam aanhangen.

Bovenstaande ontwikkeling zal een enorme impact hebben op ieder niveau van onze samenleving, aangezien het gewoon is in een democratie zich te kunnen organiseren en op basis van meerderheidsstandpunten actief deel te nemen aan het openbaar bestuur.

De leider van Libië, Kadaffi, heeft in 2008 al gezegd dat er straks geen terroristen meer nodig zijn, aangezien de doelstellingen (Islamitische overheersing) ook via een democratische weg gerealiseerd kunnen worden.

Al met al ligt er een sombere toekomst in het verschiet voor de autochtone Europeaan.
Het wordt tijd dat partijen zoals GroenLinks, PVDA, SP en D66 de ogen openen voor het onverenigbare van de Joods-Christelijke wortels van het huidige Europa met de Arabisch-islamitische cultuur van de meeste allochtonen. 

Laten we bidden voor een overheid die dit risico zal onderkennen, zodat de immigratie beperkt wordt. Niet vanuit haat of afkeer van een moslim als individu, maar vanwege het onverdraagzame karakter van de Arabisch-islamitische cultuur en het onverenigbare daarvan met onze Joods-Christelijke vrije democratische westerse wereld.